Het woord ‘wurgcontract’ zegt op zichzelf al genoeg.
Een overeenkomst wordt gesloten op wederzijds goedvinden, waarbij er een win- win situatie moet ontstaan, ook zodanig dat derden niet benadeeld mogen worden. Wanneer men deze wurgcontracten aangaat, kan er alleen sprake zijn van of onkunde of rancune. Want waarom zou men de belastingbetaler laten opdraaien voor een ontslag dat gepaard gaat met absurd hoge bedragen en voorwaarden? En het ergste is, is dat het bij de rechter afdwingbaar is.
De volgende vragen die gesteld kunnen worden:
- Wat is de maatstaf om de hoogte van deze bedragen te kunnen bepalen?
- Hoe meet men wanneer zo een ambtenaar in aanmerking komt voor zo een wurgcontract?
- En is zo een wurgcontract wel ethisch verantwoord, aangezien men nimmer contracten kan sluiten waarbij derden, in dit geval, de gemeenschap, benadeeld wordt? Wat zou de rede rechtvaardigen om de gemeenschap weer eens op te zadelen met een wurgcontract?
Voor de juridische uitleg kan bij deze worden verwezen naar een artikel dat niet lang geleden is verschenen. Zie artikel hier.